De schaduw van de bomen werden alsmaar langer. De zon ging onder en maakte plaats voor een prachtige volle maan, die het hele bos verlichte. Het geluid van ritselende bladeren werd steeds luider. Een witte schim bewoog zich sierlijk tussen elke boom door. De dikke kruinen van de bomen lieten weinig of bijna geen maanlicht door. Af en toe was er een verlichte plek, die Neala het liefst ontweek. Niemand hoefde haar hier te zien en al was haar vacht opvallend wit, toch trachte ze zo onopvallend mogelijk te doen. Een zucht ontsnapte uit haar mond. Soms haatte ze de maan. De maan was altijd diegene die het donker terug licht maakte, net als de zon. Neala had liever het donkere, wat je niet kon zeggen van haar vachtkleur. Van uiterlijk zag ze er lief en schattig uit, maar vanbinnen was ze vals en slecht. Haar truk was wolven te verleiden om ze uiteindelijk als slaafjes voor haar te doen kruipen. Door haar mooie verschijning was dat vaak niet moeilijk. Nu was ze in een ander gebied en ook hier wilde ze deze taktiek toepassen. Ze kende het hier nog niet helemaal maar het beviel haar wel. De sfeer was niet bepaald gezellig en er hing een aanstaanjagende stilte. Als je niet uitkeek struikelde je over verschillende opstakels die overal lagen verspreid. Voor haar was dit de perfecte plek. Nogmaals zuchte ze en zette ze zich neer naast een dikke boom. Hier kon het maanlicht haar niet raken en was ze bijna onzichtbaar. Nog net twee felblauwe ogen schitterden telkens waneer ze haar ogen opende.
Een zachte wind deed de bomen heen en weer deinzen. De takken kraakten en het leek of ze elk moment naar beneden konden vallen. Desondanks dit bleef ze gewoon rustig zitten wachten. Maar op wat? Een luide verleidelijke huil weergalmde door het grote zwarte woud. Misschien was er wel iemand in de buurt, waarmee ze haar charmes kon uiten om dan uiteindelijk toe te slaan. Een valse grijns verscheen op haar gezien. Hagelwitte tanden werden zichtbaar. Beheerst schraapte ze met haar bebloede nagels over de zachte grond, die bedekt was met dorre bladeren. Onmiddelijk erna huilde ze nog eens. Deze keer harder en nog helderder dan de eerste. Nu moest er wel iemand op afkomen. Desnoods een andere slechte wolf waar ze een praatje mee kon maken. Het gebied was nieuw en ze wilde wel kennismaken met de wolven die hier ook leefde.